Sparen voor je pensioen
In zijn boek Plakbandpensioen zegt Gerhard Hormann:
“Je kunt wel keihard werken en veel uren maken om op je 65e (of 67e in mijn geval), met pensioen te gaan “genieten”. Maar wie zegt dat je er tegen die tijd nog gezond genoeg bent voor alle plannen die je had? Of nog erger, misschien ben je er dan wel niet meer.”
“Je kunt wel keihard werken en veel uren maken om op je 65e (of 67e in mijn geval), met pensioen te gaan “genieten”. Maar wie zegt dat je er tegen die tijd nog gezond genoeg bent voor alle plannen die je had? Of nog erger, misschien ben je er dan wel niet meer.”
Ben ik op mijn pensioendatum nog wel in staat om met een camper door Europa te trekken?
Voor mij is dat dé reden om geen pensioenrekening te openen. Dat geld staat namelijk knettervast tot je pensioen. Je kunt er niet bij. Misschien wil ik volgend jaar wel een paar maanden vrij nemen om rond te reizen. Of een minipensioen van een half jaar om wat rond te lummelen (voor degenen die mij een beetje kennen; rondlummelen is niet echt aan mij besteed, maar het is toch fijn dat de mogelijkheid er is).
Ik vind dat de vrijheid en de flexibiliteit die ik door mijn beleggingen heb, niet opweegt tegen het belastingvoordeel van een pensioenrekening waar zo mee wordt geadverteerd. Als je inlegt op een pensioenrekening betaal je over dat geld nu geen belasting, maar pas als je het opneemt.
Het feit dat ik kan beslissen om nú minder te gaan werken of een camperreis wil maken, geeft mij een enorm gevoel van onafhankelijkheid.
Beter dan dat ik tot mijn 67e moet wachten om te genieten!
